Bel 112 voor dringende politiehulp | Politie nodig, niet dringend? Bel 014 56 47 00

dringend 112
niet dringend 014 56 47 00

30 aug 19 Een veilige schoolomgeving, dat is het werk van iedereen!

Het nieuwe schooljaar staat voor de deur. Zoals elk jaar zullen onze politieagenten ook bij dit nieuwe schoolbegin zichtbaar aanwezig zijn op de routes van en naar de scholen. De politie let extra op te snel rijden, correct parkeren, gordeldracht, gsm-gebruik, het respecteren van de voorrangsregels, het rijgedrag van fietsers en het respecteren van de aanwijzingen van de gemachtigd opzichter. In het begin zullen ze raadgevend of vermanend optreden. Daarna zullen ze ook verbaliserend optreden.

Veilige schoolomgeving

We beperken dit extra toezicht niet tot de eerste weken van het schooljaar. Met de actie ‘Veilige schoolomgeving’ wil de politiezone de verkeersveiligheid van de schoolgaande kinderen het ganse schooljaar verhogen. Hierbij komt elke week een andere basisschool aan bod en wordt intensief samengewerkt met de scholen en ook de ouders. Een veilige schoolomgeving is immers niet alleen een zaak van de politie. De inspanning en aandacht van (groot)ouders, kinderen, jongeren en de scholen is hierbij onontbeerlijk.

Donkere maanden

Zorg in de donkere maanden dat je zoon of dochter goed zichtbaar de weg opgaat door onder andere een fluovestje te dragen en goede fietsverlichting te hebben.

Tips om veilig naar school te fietsen

  • Stippel vooraf samen de veiligste weg uit. Dit is niet noodzakelijk de kortste weg.
  • Zorg dat je kind goed zichtbaar is. Een fluo-vestje en reflecterende strips zijn ideaal. Een fietshelm geeft extra bescherming bij een val.
  • Als er een fietspad is, gebruik het dan in de aangegeven rijrichting. Is er geen fietspad, rijd dan rechts op de rijbaan.
  • Ben je jonger dan 10 jaar, dan mag je ook op het voetpad fietsen.
  • Als fietser heb je geen voorrang op oversteekplaatsen voor fietsers. Je moet wachten tot het veilig is om over te steken.
  • Een zebrapad is een oversteekplaats voor voetgangers. Als fietser stap je af en steek je te voet met je fiets aan de hand over.
  • Is er geen oversteekplaats voor fietsers, kies dan een plaats waar je goed zichtbaar bent en waar je de voertuigen goed ziet aankomen.
  • Leer je kind de arm uit te steken wanneer hij moet afslaan en wanneer hij moet inhalen of zijwaarts uitwijken.
  • Zorg ervoor dat je kind zich goed bewust is van de dode hoek bij vrachtwagens of autobussen. Zeg duidelijk dat hij best achter de vrachtwagen of bus wacht en niet ernaast. Dan sta je immers in de dode hoek en kan de chauffeur hem onmogelijk zien.
  • Zorg dat de fiets technisch volledig in orde is. Dit wil zeggen: aangepast aan de grootte van je kind, volledig uitgerust en goed onderhouden. De fiets heeft de juiste afmeting als je kind met de voeten de grond kan raken als hij op het zadel zit.
  • Maak je kind alert voor onverwachte hindernissen zoals het plots opengaan van een portier of een auto die uit een garage of parking rijdt.
  • Hang de schooltas nooit aan het stuur. Dit brengt je uit evenwicht. Draag ze op je rug of zet ze op de bagagedrager.
  • Een draagbaar telefoontoestel gebruiken al fietsend mag niet. Hou je aandacht bij het verkeer.
  • Als fietser geef je ook voorrang aan voetgangers die oversteken op een zebrapad.
  • Voor uitgebreide informatie verwijzen we graag naar de brochure ‘Fietsers en de wegcode’ van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid op http://webshop.bivv.be
Volledig uitgeruste fiets

Een volledig uitgeruste gewone fiets heeft:

  • een bel (hoorbaar op 20 meter),
  • twee goed functionerende remmen, één op het voorwiel en één op het achterwiel,
  • één witte reflector vooraan,
  • één rode reflector achteraan,
  • aan elke kant van de pedalen gele of oranje reflectoren,
  • op de spaken van de wielen minstens twee gele of oranje reflectoren of een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band.
Fietsverlichting

Vanaf het vallen van de avond tot het aanbreken van de dag, en overdag indien de zichtbaarheid minder dan 200 meter bedraagt, moet je als fietser zowel vooraan als achteraan met verlichting rijden. Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn op een afstand van minstens 100 m. De lichten mogen knipperen. Ze moeten niet verplicht op je fiets zitten. Je mag ze ook op je kledij, rugzak of andere bagage bevestigen zolang ze duidelijk zichtbaar is voor andere weggebruikers.